(Uittreksel uit het boek "Iedereen wint", door Bart Cools en Bruno Rouffaer)
In 2014 waren wij in Peru als toeristen, maar we combineerden dat met een bezoek aan enkele ontwikkelingsprojecten voor aardappelboeren 3000 meter hoog in de Andes, dicht bij Andahuaylas. Nooit kregen wij zoveel geschenken als van die arme mensen. Ik dacht daaraan toen ik in het boek van Bart Cools en Bruno Rouffaer las dat levenstevredenheid en emotioneel welbevinden niet noodzakelijk afhangen van geld (en toch…) en dat Latijns-Amerika het gelukkigste continent is.
Ik begin dit voorwoord dus ook met een positief bericht, zoals dat in het boek Iedereen wint. De ondertitel is “gezond altruïsme als wapen tegen extreme armoede”. Er zijn de jongste decennia spectaculaire resultaten geboekt tegen extreme armoede in alle werelddelen. Ja, er is vooruitgang! Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is sinds het jaar 2000 zelfs meer dan gehalveerd. Sedert 1990 zijn meer dan één miljard mensen uit die levenssituatie ontsnapt. Natuurlijk is er nog een lange weg af te leggen zolang 10% van de wereldbevolking mensonwaardig moet leven.
Wie trouwens alleen oog heeft voor wat mis gaat, laat een kans liggen om hoop te geven, de deugd waar zo’n nood aan is vandaag, zeker in het Westen, verteerd als het is door de angst. Hoop geven moet natuurlijk gebaseerd zijn op feiten. Het boek biedt daar karrevrachten van aan en leert ons tegelijk cijfers goed te lezen. Het positief denken van de twee auteurs is geen peptalk of wat de Fransen “la méthode Coué” noemen, een omschrijving van autosuggestie. Covid heeft weliswaar een deel van de vooruitgang verloren doen gaan. Wellicht zal er tien jaar van economische groei nodig zijn om het aantal extreem armen terug te brengen op het peil van voor de pandemie. Er zijn niet alleen de 3,8 miljoen doden wereldwijd, maar een deel van degenen die blijven leven hebben het veel moeilijker. De ongelijkheid is reeds historisch groot in Zuid-Afrika en Latijns Amerika maar ook elders groeide ze na 2020 zelfs aan. We zaten of zitten allen in dezelfde storm maar niet in dezelfde boot.
De auteurs gaan dieper in op de vraag waar zovelen mee worstelden in de loop van de geschiedenis: is de mens goed of slecht? Rousseau of Hobbes? Het antwoord dat een jonge Nederlander onlangs gaf was: “de meeste mensen deugen” (Rutger Bregman). In zekere zin is dat ook het antwoord van het boek. De mens is een overlever en dat kan hij niet alleen. De mens heeft anderen nodig en bovendien doet hij dat het liefst met anderen. De culturele verschillen brengen met zich mee dat het telkens met andere klemtonen is en in andere verbanden, hoewel die verschillen veel kleiner zijn dan velen denken. We zijn immers allen mensen. Opvoeding speelt een grote rol, ook de “collectieve” opvoeding uitgaande van het onderwijs en leiding op alle niveaus. Als de chef het vergif van “enemy thinking” rondstrooit heeft dat een kudde-effect. De leider wordt gemakkelijk gevolgd, zeker als hij waarschuwt voor “vijanden”. Covid heeft ons geleerd dat ons lot met elkaar verbonden is. Natuurlijk waren er ook schuinsmarcheerders maar het overgrote deel van de mensen hield zich aan de regels, deels uit zelfbehoud maar ook uit solidariteit met de meest kwetsbaren, meestal uit hun eigen familie. Natuurlijk heeft de wetenschap van de vaccins belet dat we een herhaling van de Spaanse griep zouden herbeleven maar het is de auteurs en mijzelf te doen om het morele aspect. In Peru vonden Bruno en Bart pakkende voorbeelden van solidariteit. Henriëtte Roland-Holst schreef een eeuw geleden reeds: “De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind”, en zo niet, zegt ze, zou “alle warmte verstarren van binnen”.
Dat neemt niet weg dat er vandaag nog veel wreedheid is, veel onbegrijpelijke onmenselijkheid. Mensen kunnen perverten worden als zij ertoe worden aangezet of als er straffeloosheid is. Een kleine groep kan een “samenleving” kapot krijgen. Europa heeft lessen getrokken uit zijn tragische geschiedenis en uit de barbaarse eerste helft van de twintigste eeuw. Dat is niet overal het geval. Mensen worden soms blind gemaakt door hun wijs te maken dat hun natie of hun ras superieur is of dat anderen hun identiteit bedreigen. Daarom moeten wij ervoor waken dat solidariteit beperkt wordt tot de eigen stam of de eigen familie. Dat tribalisme is zelfs natuurlijk. De belangen van de eigen groep overstijgen vergt een inspanning. Daar begint de echte ethiek. Dus niet: “eigen armen eerst”!
De auteurs willen aantonen hoe extreme armoede teruggedrongen kan worden met vereende krachten, van mensen hier en mensen elders. Het vergt de juiste houding van gezond altruïsme. Ik houd van het realisme van het boek. Altruïsme is geen zaak van heiligen of van helden. Geven alleen is voor gewone stervelingen niet vol te houden. Er moet plaats zijn voor wederkerigheid, voor een “retour”. De volksmond zegt dat “de liefde van twee kanten moet komen”. Het mag echter geen zaak zijn van “geven en nemen”. Het is een zaak van Ik en Jij. “Ik ben omdat jij bent” zeggen de Zoeloes en de Bantoes. We worden er beiden betere mensen van.
Feitelijk gaat het om het zoeken naar de zin van het leven. Dat kan je nooit vinden in het loutere Ego, in de calculus naar het maximale genot, winst of succes. Zingeving ligt in geven. Wie een zinvol bestaan leidt, heeft het meest kans op geluk. Zin = geluk = de ander.
Bruno Rouffaer en Bart Cools hebben op een gegeven ogenblik in hun leven deze equatie ontdekt. In zekere zin hebben zij “het licht gezien”. De moeilijkheid is om van daaruit consequent te gaan leven, opnieuw niet als fundamentalistische en “pure” altruïsten maar als mensen van goede wil. Iedereen wint daarbij.
Herman Van Rompuy
President Emeritus Europese Raad
Minister van Staat, België
Voor meer informatie: www.iedereen-wint.eu